We zijn ons in het huidige tijdperk bewuster dan ooit van alles om ons heen. Dat vraagt de wereld van ons, maar er groeit ook absoluut een nieuwe generatie op die eerdere generaties met de neus op de feiten drukt. Alles om ons heen is niet vanzelfsprekend. Alles om ons heen wordt duurder, alles om ons heen vraagt om bewustzijn, alles om ons heen vraagt om groener leven, alles om ons heen wordt steeds onzekerder. Alles om de Groningers heen trilt.
Marjo van Bergen is geestelijk verzorger en staat dagelijks klaar voor de bewoners en alle andere betrokkenen in het aardbevingsgebied. Ze zit met haar neus bovenop de gevolgen van dit hartverscheurende dossier.
Door Marjo van Bergen
Het is begin maart 2022, Grasnapolsky. Programmering: De dichtbij je bed show. Bedoeling: bezoekers te laten meebeleven wat dit voor een plek is, waar ze naar toe afgereisd zijn. Wat wonen hier voor mensen, wat houdt hen bezig? Ach ja, en als je Noord Oost Groningen zegt, dan komt het toch vrij snel omhoog: aardbevingsgebied, trillende grond, instortende gestutte boerderijen, gaslocaties, veel wijds land, een paar dorpjes. Maar hoe zit het eigenlijk echt?
Daar zit je dan, midden in het festivalgedruis, op een sofaatje, dicht op elkaar, ingeklemd door een notoire aardbevingsgedupeerde, een wetenschapper en een politica. En ik, als geestelijk verzorger: een degelijk opgeleide tussenvorm tussen de hedendaagse lifecoach met spirituele inslag en de oude straat- of ziekenhuispastor. Werkzaam in het aardbevingsgebied, voor de bewoners en alle andere betrokkenen bij dat enorme tijd-, energie-, en geldverslindende aardbevingsmonster dat zo huishoudt hier, in het gebied dat zo dicht aanschurkt tegen Scheemda.
Achterin de zaal zie ik een aantal echte Groningers binnenschuiven, duidelijk onderscheiden van de festivalgangers. Beetje ouder, deels wat minder rijk, jassen nog aan, speciaal gekomen voor dit programma onderdeel. We doen een nette talkshow, onder leiding van de Groningse presentator Wilbert van der Kamp, als altijd in een gekleurde overal. Ik let vooral op de ‘gedupeerden’. Zo noemen we ze hier. Mensen die in de tandradwielen van de aardbevingsmachine zijn vast komen te zitten. De mensen met de diepe schade. De mensen van wie het leven gevangen zit in het eeuwig nu, die daar opgesloten zitten met hun bevingsstress. Niet vanwege de bevingen zelf. Niet zozeer vanuit die scheuren in het huis. Nee, vanwege een bureaucratie die er enerzijds op gericht is liever een duizendje te weinig dan een eurocent teveel uit te keren voor veiligheid en recht. Een machine die gefundeerd is in wantrouwen. Van de burgers in de overheid? Pas in tweede instantie. Het begint met het wantrouwen van de overheid in de burgers.
Daar zit ik dus, maart 2022, ingeklemd op dat gebloemde sofaatje op een getimmerd podium. Wat ik zo graag zou willen: dat ergens het contact ontstaat. Tussen Groningen en de rest van Nederland. Dat het nu eens gaat over de diepte van de schade, over de schade aan levens, en aan gemeenschappen, waarin de bijna willekeurige uitkomsten van de schade en versterkingsloterij over uitgestort wordt, als een postcodeloterij die in een straat niet aan alle bewoners uitkeert, maar willekeurig wat adressen eruit pikt. En dat dat binnenkomt, dat daarnaar geluisterd wordt.
Wat me het meest bijgebleven is: de man die op het eind naar me toekomt. Jong, knap, goed gekapt, hoog opgeleid, iemand die eruit ziet alsof hij ‘het’ overal kan maken. Als hij vertelt over zijn strijd met de bevingsinstanties, die hij ‘verloren’ heeft, springen de tranen in zijn ogen. Net na corona. Ik wil hem vasthouden. De tranen springen ook in mijn ogen.
2023, Grasnapolsky, wederom in het Gronings industrieel erfgoed in Scheemda.
Beste festivalbezoekers, realiseer je dat je in een land van winners en losers van een absurde loterij rondloopt. Als je naar buiten gaat, kom je ze tegen. Je ziet het niet aan de buitenkant. Vaak ook niet aan de buitenkant van hun huis. Het gaat ook om de professionals die bij de bevingsmachine werken. Kijk eens of je bij iemand even stil kunt staan, en luister dan. En leer iets over deze absurde ingrepen in levens en gemeenschappen. En realiseer je dat met deze schade het warme water van je douche betaald is. En neem maar van mij aan: daar is de hoge gasprijs niets bij vergeleken.
En mocht je ook even naar Groningen Stad gaan, in het centrum, in het Museum aan de A, vind je tijdens Grasnapolsky ook een compacte expositie van portretten van mensen in het aardbevingsgebied. Mijn eigen portret hangt ertussen. Deze mensen laten je zien hoe hun toekomst, hun hoop eruit ziet. Want één ding is zeker: Groningers blijven hier wonen, werken en leven. Met de schade, met de onveiligheid, en met onverzettelijkheid en trots. Het gewone leven gaat door.
Denk er nog eens aan, over twintig jaar, of veertig jaar, als de volgende generaties, de kinderen van de kinderen van nu, vragen gaan stellen, en het onderste boven willen hebben. Jongeren zoals jullie, die nu Grasnapolsky bezoeken. Die dan willen weten, wat voor grond het is, waarop ze staan, wie ze zijn, van wie ze afstammen, en wat er is om trots op te zijn. Groningers.